Read the whole story in English
Wie heeft het horloge?
In alle vroegte van 10 mei 1940 - het is een week na zijn 29e verjaardag - kruipt onderofficier (Uffz) Otto Dieren achter de stuurknuppel van zijn Ju-52, het werkpaard van de Luftwaffe. Met nog elf andere toestellen van de Vierde Groep van Kampf Geschwader 1 zur besonderen Verwendung (IV/KG zb V 1) vloog Dieren van de thuisbasis Liegnitz richting Dordrecht, waar de fallschirmjäger uit de vliegtuigen in actie moesten komen.
De jongens van de 1e Kompanie van het 22. Pionier Bataillon zijn jonge, sterke kerels. Wilhelm Knudsen bijvoorbeeld is twee maanden eerder 20 jaar geworden. Hij is overigens de enige van 'na' de oorlog, wat toen nog niet de Eerste Wereldoorlog heette.
Bij Waardenburg krijgt het driemotorige toestel een 'uppercut' van Nederlands luchtdoelgeschut. Het Luftwaffe-personeel weet zich met een parachute te redden, al raakt Otto Dieren dermate ernstig gewond dat hij een dag later bezwijkt. Sommige bronnen stellen dat hij in Zaltbommel sterft, andere dat hij naar Orthen wordt gebracht.
Foto: Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn
Het toestel stort neer ten zuiden van Zaltbommel, op de plek waar nu de woningen staan van de wijk De Waluwe. Knudsen heeft zijn laatste verjaardag gevierd, want hij overleeft de crash niet. Net als tien anderen in het toestel. De elf jonge mannen zijn de eersten die begraven worden op het Heldenfriedhof Zaltbommel, gelegen op de stadswallen. Vanaf 1948 delen ze een gezamenlijk graf (nr. 32) op de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn, Limburg.
Foto: Oproep in o.a. het Zaltbommelsch Nieuws
Het neergestorte vliegtuig is overigens een bezienswaardigheid. Menig Bommelaar gaat een kijkje nemen bij de resten en in december 1940 blijkt dat het bij sommige mensen verder gaat dan alleen nieuwsgierigheid. Burgemeester Tutein Nolthenius van Zaltbommel heeft een brief gekregen van Otto Dierens weduwe. Hij bleek in het bezit te zijn geweest van een horloge en een portemonnee, maar die zijn niet op het lijk van de piloot gevonden.
De weduwe Dieren schrijft dat zij de spullen graag terug zou krijgen als aandenken aan haar overleden man. De burgemeester plaatst op 20 december een oproep in de plaatselijke kranten, waaronder het Zaltbommelsch Nieuws en Advertentieblad, waarin hij het dringende verzoek doet 'aan hem die deze voorwerpen onder zijn berusting heeft, om ze ten spoedigste bij mij in te leveren, zodat ik ze op mijn beurt weer kan terugsturen aan de weduwe Dieren.'
Otto Dieren wordt aanvankelijk begraven op de begraafplaats van Orthen, in 1948 wordt hij herbegraven op Ysselstein (graf CI-25)